Magenta, cyaan en geel zijn primaire kleuren. Daar tussen in zitten repectievelijk mengkleuren: blauw, groen en rood. Zoals de inkt in de printer kunnen daar met zwart en wit in principe alle kleuren van gemaakt worden. Zwart en bruin zorgen voor vertroebeling. Wit maakt kleuren flets, maar niet troebel.
Primaire kleuren voor licht
Met licht van je beeldscherm is mengen even anders. Daar zijn rood geel en blauw de primaire kleuren.
Kleurevenwicht
Als je de kleuren in een cirkel plaatst, dan kun je daar naar evenwicht zoeken. Als je gaat painten met bijvoorbeeld paarsrode kleuren, dan ga je er ook hier en daar op het oog wat naar het groen toe. Het is niet zo dat je er per se knalgroen in moet zetten. je moet kleuren kiezen die het oog prikkelen maar niet overspannen.
Warme en koele kleuren
Warm licht geeft koelere schaduw en omgekeerd. Warm en koel wissel je op een natuurlijk manier af. De brandweer-roden en gelen zijn warm. Roze, magenta, paarsblauw en cyaan blauw zijn koel, groenen kunnen warm en koel zijn.
Bruinen en grijzen
De meeste kleuren die je ziet zijn niet fel van kleur maar gaan richting bruinen of grijzen.
Wit
100% wit en 100% zwart mogen uiteindelijk maar in een minuscuul gedeelte van je painting voorkomen. Een wit ei is dus niet wit! Schaduwkanten van bijvoorbeeld een wit ei zijn best donker. Wit neemt ook nog eens veel kleur uit de omgeving op. Let op dat ook de de hoogste lichten weinig nauwelijks kleur hebben.
Zwart
Zwart is vrij kleurloos, omdat het veel licht absorbeert. Een glanzend zwart oppervlak daarentegen kan toch flink licht en kleurig zijn door licht en reflecties uit de omgeving. Zoals de glans op een kraai zacht licht lichtblauw kan zijn.
Relativiteit
Kleur ervaring is relatief. Een warm grijs kan groen lijken naast een rood vlak. Daarom kan pas zien hoe het werkt als je aan het painten bent. Redeneren is alleen handig voor de basiskennis.
Schaduw kleuren
Zwart en donkerbruin zijn warme schaduwkleuren. Paars en blauw zijn koele schaduwkleuren. Bij warm licht gebruik je koelere schaduwen, denk aan het warme zonlicht en lichtblauwe schaduwen. Bij koel licht zoals opeen regenachtige dag gebruik je warmere schaduwen.
Halftonen
Het overgrote gedeelte van een painting bestaat uit halftonen. Dat wil dus niet zeggen dat de kleuren daar altijd zwak zijn. Het gebied voor felle kleuren zit namelijk in de halftonen.
Kleurcombinaties
Het oogt niet prettig als je alleen maar donkere harde kleuren naast elkaar zet. Want kleuren die donkere stukken vertegenwoordigen daar komt weinig licht. Dus mag je daar niet veel kleur gebruiken. Te veel fletse kleuren wordt een beetje zoetig.
Kleur afzwakken
Paint fletse kleuren in de lichtste gedeeltes en troebele kleuren in de donkerdere tinten zoals schaduwvlakken en kernschaduwen. Je zwakt je kleursterkt dus af in de lcihtste en donkerste stukken. ls het licht er door heen schijnt zoals bij gekleurd glas, een gekleurde lichtbron of rimlights.
Sterke kleuren
Als je met felle kleuren werkt. Neem dan heldere of stevige tinten. Alsof je met glas in lood werkt. In een gekleurde lichtbron of rimlight dan kan de kleur heel sterk zijn. Een sterke kleur zoals bijvoorbeeld voor een rode jurk laat je spreken in de halftonen.
Copic markers
Als je met copic markers werkt, zoals wij op De tekenacademie doen, is het handig om je felle kleuren meteen te plaatsen en daarna af te zwakken in de lichtste en donkere gedeeltes.
Tip: Hoe sterker je kleuren zijn, hoe sterker je contrasten moeten zijn en hoe sterker je vormbesef moet zijn om de contrasten goed te plaatsen. Je schaduwen moet je rust geven in de tekening. Schaduwen en slagschaduwen schilder je daarom als grote intrigerende vlakken die geheimzinnig zijn. De kleur laat je daarentegen spreken in de halftonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Geef zelf een tip of reageer: