donderdag 27 november 2014

Figuur tekenen, model tekenen en schetsen

In deze methode werk ik met een paar vaste vormen in combinatie met een aantal dynamische lijnen. Alles daarover komt uitgebreid aan de orde aan De tekenacademie. Ik werk met lesmateriaal wat ik zelf ontwikkel om mijn leerlingen zo snel mogelijk tot resultaten te brengen.

Voor je een figuur gaat tekenen, vraag je je eerst af:

Welke beweging wil ik vorm geven?
Elk lichaam is een uitgebalanceerde beweging. Daarin zit vaak een grote lijn. Dit is wat je noemt het gebaar, de expressie of de gesture.

De gesture is essentieel in elke fase van je tekening. Alles moet de gesture ten goede komen. Hier volgen een paar tips om een figuur volle lenkte op te bouwen:

anatomie tekenen, dynamiek tekenen, figuur tekenen, gesture, korte schetsen, leer anatomie tekenen, mensen schetsen, mensen tekenen, model tekenen, spieren tekenen, vormen tekenen,
Eigen lesmateriaal van De tekenacademie 2014
  1. Geef kruin, grondvlak en midden aan met een streepje. Het bekken plaats je iets over de middenlijn heen
  2. Het kruis zit op het midden, de zitbeentjes er net onder.
  3. Breng bekken, ribbenkast en schedel in balans in drie vaste hoofdvormen
  4. Let op de driedeling tussen zitbeentjes en kruin
  5. Let op de gezichts-as, de middenas over buik, rug en bekken of billen. 
  6. De knieomslag zit op de helft vanaf het schaambeen en het dijbeengewricht. Die bevinden zich op dezelfde hoogte.
Zorg voor
  1. Dynamische T-verbindingen
  2. Dynamische S-verbindingen
  3. Ei vorm van het hoofd
  4. Spookvormen en halve spookvormen
  5. The bean, zie www.proko.com
Zorg voor de volgende anatomische ankerpunten, voorkant en of achterkant:
  1. Schuine halsspier 
  2. Sleutelbeenderen en/of schouderbladen met kam
  3. Borstbeen, ribboog, borstspier
  4. Schuine en rechte buikspiergroepen
  5. Aanduiding heiligbeen
  6. Aanduiding ruggegraat in drie delen
  7. Monnikskapspier
  1. Bovenarm, dynamische lijn voor de onderarm
  2. Deltaspier
  3. Handrug
  4. Handstrekkers, duim, duimmuis
  1. Bekkenranden
  2. Bilspier
  3. Dijbenen, grote dijbenspier, kleermakersspier, hamstring, grote aanvoerders
  4. Dynamische lijn van het onderbeen, kuitspier
  5. Enkelvork met binnen en buitenenkel
  6. Wreef, hielbeen, bal van de voet, grote teen
  7. Grondvlak
Tip: De squash (het meest werkzame deel) van een spier bepaalt in hoge mate de vorm er van. Die is vrijwel nooit gelijke aan weerskanten van de vorm. Elke belangrijke spier heeft een karakteristieke vormgeving. De verbindingen zijn altijd V-vormig. leer uit je hoofd welke spier onder wlke vandaan komt, de aanhechtingen en de functie.

www.detekenacademie.nl

Copyrights Ariane Berends-Brouwer, De tekenacademie 2014